
Tussen het leven van een burger in de stad en dat van een boer bevindt zich een gapend gat. Wie buiten de stad woont, ziet voedselproductie elke dag in de directe omgeving. Burgers en boeren – of liever agrarische ondernemers – leven er letterlijk samen. Bij de oorsprong van voedsel. De meeste mensen – burgers – leven echter in stedelijke gebieden. Ze kennen voedingsmiddelen uit de winkel en niet uit de productiepraktijk. Het houdt ze meestal ook niet bezig. Producten liggen in de winkels. Prima. Punt. Door de scheiding van twee werelden worden over het leven op het platteland of het produceren van voedsel allerlei ‘waarheden’ bedacht. Van het beeld van boer Ot en zijn vrouw Sien en het mooie buitenleven van dieren. Maar ook over oorzaken van dierziektes, megastallen of akkerbouwers die de wereld met chemische middelen besmetten. Alle varianten komen voor.
Agrarische ondernemers zijn zich bewust van hun economische en maatschappelijke verantwoordelijkheid om te zorgen voor de gewenste voedselproductie. Sommige ondernemers hebben hun bedrijfsbeleid afgestemd op kleinschalige productie. Ze produceren precies voldoende voor hen die in de buurt wonen en verkopen via de plaatselijke winkels. Daarnaast zijn er ondernemers die voedingsmiddelen maken voor burgers die (veel) verder weg wonen. Producten die via grotere distributeurs, zoals winkelketens, worden verkocht. Soms aan de andere kant van de wereld.
De Nederlander bestaat niet. Net zo min als de Duitser, de Chinees, de burger of de boer. Burgers, waar dan ook ter wereld, hebben hun eigen specifieke wensen en eisen. Ze willen elk op hun eigen manier en op basis van hun eigen portemonnee hun eigen voedingsmiddelen. Agrarische ondernemers staan voor de enorme uitdaging om met elkaar aan alle verschillende consumentenwensen te voldoen en de wereld te voeden. Ze moeten daarbij ook nog rekening houden met de eisen van alle andere schakels in de productieketens en – niet onbelangrijk, hun eigen verdienmodel. Betaalbare, maatschappelijke en bedrijfseconomisch verantwoord geproduceerde voedingsmiddelen in combinatie met aantrekkelijke beelden en duurzame natuur. Ga er maar aan staan. Agrarische ondernemers – de boeren – zijn nuchter. Ze laten zich niet snel gek maken door boze burgers die klagen over producten, hun manier van werken of over (de nabijheid of omvang van) hun bedrijf. Gelukkig maar. Beschikbaarheid van voedsel en natuur lijkt vanzelfsprekend omdat ze er zijn, maar is het niet. Het is een uitdaging én noodzakelijk om te vertellen wat er voor nodig is en wat de dilemma’s zijn. Waardering krijg je niet zomaar. Het vraagt om boerencommunicatie. Nuchter en slim.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.