
“Stadsbewoners hebben een boel kapsones” zei prof. dr. ir. Louise Fresco, de voorzitter van de Raad van Bestuur van Wageningen Universiteit en Research Centre, recent in een helder artikel in Het Parool. De strekking van het verhaal: Stadsmensen weten niet goed waar ze het over hebben. Dat moet beter, zodat ze meer waardering krijgen voor moderne boeren.
Fresco heeft gelijk. De kritische opmerkingen over boeren en de productie van voedingsmiddelen komen inderdaad meestal van mensen die leven in verstedelijkte gebieden. Ze koesteren het idee van de kleine boerenbedrijven, kleinschalige productie en terugkeer naar ‘vroeger’. Dat mag natuurlijk, maar daarbij is het wel nuttig om te weten wat de feitelijke situatie is en hoe voedselproductie en agrarische bedrijven precies in elkaar steken. Anders is de mening gebaseerd op luchtfietserij.
Nederland is een van de dichtbevolkte landen ter wereld. Ruim 80% van de bevolking woont in verstedelijkt gebied. Deze ‘stedelingen’ verwachten dat er elke dag in alle winkels een overvloed aan verschillende en veilige producten beschikbaar is. Daarbij wordt niet de vraag gesteld wie daarvoor zorgen. Evenmin wordt er stil gestaan bij de vraag hoe dat in vredesnaam allemaal mogelijk is. Die houding noemt Fresco -deeltijdbewoner van Amsterdam en Wageningen- ‘het hebben van kapsones’.
Het schilderij de Aardappeleters van Vincent van Gogh van ruim een eeuw geleden laat scherp zien wat voedselschaarste is. Ongeveer 80% van de mensen leefde op aardappelen en vet of een vergelijkbaar dieet. Tegenwoordig heeft ongeveer hetzelfde percentage van alle mensen ter wereld voldoende te eten. Dat is heel knap werk van al die mensen die in de voedingsmiddelensector hun dagelijkse boterham verdienen. Zij spannen zich in om er elke dag voor te zorgen dat stedelingen alles kunnen kopen wat hun hartje begeert. En daar komt heel wat meer bij kijken dan het maaien van gras op zonnige dagen wanneer stedelingen op het strand liggen.
Stedelingen doen hun werk en verdienen daarvoor respect. Omgekeerd zullen ze zich moeten realiseren dat er mensen zijn die werken om voor al hun voedsel te zorgen en dat ze daarvoor minstens zoveel respect verdienen. Dan is het wel nodig dat stedelingen zich serieus gaan verdiepen in het werk van agrarisch Nederland. Een mening en voorkeur voor kleinschalige productie is prima. Kritische kanttekeningen mogen ook. Maar dan wel goed geïnformeerd over feitelijke situaties. Mensen die in de voedingsmiddelenindustrie werken zullen graag vertellen hoe het zit. Met respect en zonder kapsones.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.