
8 december 2016
Het lijkt erop dat Nederland haar positie als 2e exporteur van agrarisch producten gaat verliezen. De opbrengst in de waarde van de export loopt terug. Volgens een groep Nederlanders is dat niet erg. Ze riepen recent op twitter dat de cijfers over de koploperspositie niet kloppen en dat het CBS en ambtenaren ons voorliegen. Ze zouden zo agrarische producenten willen beschermen. Er was inderdaad sprake van een leugen. Maar dat was door deze twitterende groep. Wie goed naar alle cijfers kijkt, ziet dat ons kleine landje heel veel geld verdient aan de agrarische sector. De sector neemt qua waarde wereldwijd een tweede plaats in (doorvoer van producten niet meegerekend). Een knappe prestatie waarvoor publiekelijk geen waardering is.
De komende jaren verdwijnen ook de meeste boerderijen. Er zijn geen opvolgers meer die het vak van boer willen, of kunnen, uitoefenen. Bij de grote boerenbedrijven gaat het nog een beetje goed. Ze kunnen nog net iets verdienen en het hoofd boven water houden. Al valt het niet mee met de alsmaar grotere regeldruk en toenemende eisen van veelal in steden wonende burgers. Het produceren van de gewenste hoge kwaliteit producten is een prestatie van formaat. Ook daarvoor is helaas steeds minder waardering.
Door het teruglopen van het aantal boerderijen verdwijnt ook het karakter van het huidige platteland. Boeren zorgden bij het uitoefenen van hun werk en passant ook voor het onderhoud van de omgeving. Boeren worden door een groep burgers echter steeds meer gezien als ‘vernielers’ van de natuur. Het verminderen van het aantal boeren wordt vaak positief ontvangen, want boerderijen zorgen voor stank en onrust in de idyllische, rustig gewenste landelijke omgeving. Recent juichte een Ngo luidkeels over een stop op nieuwe veehouderijen in het noorden van het land. Het boerenvak en de kennis en ervaring van boeren met de natuur krijgen steeds minder waardering.
We krijgen minder boeren en we gaan ze naar alle waarschijnlijkheid missen.
We gaan de goede exportcijfers en het geld dat we er in Nederland mee verdienen misschien wel missen. We gaan de werkgelegenheid op en rond het boerenerf missen. We gaan de zorgboerderijen missen, waar mensen met een beperking aan de slag kunnen tussen mensen, dieren en natuur.
We gaan de hoge kwaliteit betaalbaar voedsel dat Nederlandse boeren maken mogelijk ook wel missen. Veilig, traceerbaar, met voedingswaarde, verantwoord geproduceerd en betaalbaar. We gaan het mogelijk wel missen. En we gaan de boeren vermoedelijk missen als het gaat om het behoud van ons unieke landschap waar we in Nederland zo van houden.
We gaan ze misschien missen, tenzij we blij en tevreden zullen zijn met minder welvaart en welzijn. We gaan ze wellicht missen, tenzij we blij worden van voedsel dat uit andere landen komt. We gaan ze missen, tenzij we met plezier wonen en werken in een omgeving met alleen natuur voor recreatie en in nationale parken.
We hoeven ze echter niet te missen. Wanneer we eindelijk eens bereid zijn om alle (voor)oordelen achter ons te laten en eindelijk eens open, eerlijk en met respect voor elkaar samen naar een oplossing te zoeken voor stad, voedsel, zorg en natuur en landschap. Zeker weten dat boeren wel willen en zeker ook voor oplossingen kunnen zorgen. Maar dan wel met als uitgangspunt dat boeren waardering verdienen en krijgen voor hun werk.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.