
20 jaar geleden schreef Marc van der Lee, directeur van de Stichting Kwaliteitsbevordering Merkvlees (SKM) een regelmatige column in het Agrarisch Dagblad onder de noemer In de Keten.
Deze zomer publiceren we ze nog een keer. Onder het motto Terug in de toekomst.
3 december 1996
Het gaat er dan toch van komen: de herkomstvermelding op vlees. De hedendaagse consument wil absoluut weten waar het product vandaan komt. En dan is het hemd nader dan de rok. Elke Europese consument kiest dan graag iets uit de eigen omgeving of uit het eigen land. Of hij kiest voor een gebied of land met een positief imago. Een land waar geen twijfels of onzekerheden over bestaan.
Voor een exportnatie als Nederland horen we daar niet blij mee te zijn. Althans dat zeggen voorlieden die naar hun mening is gevraagd. Het is beter om anoniem te zijn. Dan hebben consumenten niet direct in de gaten dat het vlees elders vandaan komt. Zodoende denken ze misschien dat het in eigen land is geproduceerd. In Nederland moeten we er alleen voor zorgen dat we het met onze kwaliteitssystemen goed voor elkaar hebben. Zodat de inkopers garanties geboden kunnen worden.
Herkomst
Ik ben het er niet mee eens. Het lijkt me prima dat we op vlees “Herkomst Nederland’ moeten gaan vermelden. Ik heb er maar één reden voor. We worden gedwongen om structureler te gaan werken aan het imago van het (Nederlandse) vlees. De tijd van produceren, produceren en prijs, prijs, prijs moeten we (noodgedwongen) achter ons laten. We laten het wel uit ons hoofd om vaste klanten te laten wachten omdat we elders even snel een dubbeltje meer denken te kunnen verdienen.
Niet rouwig
Met de herkomstvermelding op vlees ligt de tijd van de snelle korte termijn handel achter ons en daar hoeven we niet rouwig om te zijn. Die aanpak heeft ons weliswaar geen windeieren gelegd. Maar het is ook duidelijk dat we er de komende tijd een nog grotere prijs voor betalen. Want met de herkomstvermelding krijgt het Nederlandse vlees het zwaar. Toch ontkomen we er niet aan en ik ben er ook niet bang voor. Nederlandse ketens hebben hun zaakjes goed voor elkaar. De Nederlandse veehouder loopt ver voor op zijn buitenlandse collega’s. En Nederlandse slachterijen winnen elk vergelijk met hun buitenlandse concurrenten. Als we dat nou eens als uitgangspunt nemen, komen we waar we wezen willen. Namelijk bij een product waar consumenten zich goed bij voelen en dat in Nederland en ook in het buitenland met vertrouwen wordt gekocht. Het vraagt wat creativiteit en flexibiliteit in denken. En het vraag lef om bestaande wegen en de zo vertrouwde bekende ideeën opzij te zeten, maar het is de enige weg die overblijft.
Vegetarisch
Wist u trouwens dat we inmiddels ook het eerste vegetarische kookprogramma op de televisie hebben? Het is het volgende signaal. Wordt het nu echt geen tijd om eens duidelijk te maken hoe goed we zijn en hoe goed ons Nederlandse product is? Ja, zeg ik, de hoogste tijd. Misschien is de zo bekritiseerde herkomstvermelding wel onze redder in nood.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.