
Journalisten en woordvoerder namens bedrijven en organisaties zijn niet altijd vrienden van elkaar. De eerste beschouwt zich als hoeder van de waarheid en beziet de tweede als leugenaars of draaikonten. Omgekeerd ziet de tweede de eerste als een onbetrouwbare beroepsgroep zonder kennis van zaken en met een op voorhand vastgestelde mening. Je zult maar moeten samenwerken.
Gevolg is dat beide nogal eens – morrend en mopperend op de andere kant – slechte gewoontes ontwikkelen. Gewoontes die veel op elkaar lijken te lijken.
Woordvoerders en journalisten spelen beide graag verstoppertje. Bel je met een redactie dan antwoordt een ‘collega’ – tegenwoordig vaak een stagiair of redactiemedewerker – en noteert wie er belt en wat de boodschap is. Het rechtstreekse nummer of mail adres van de betreffende journalist wordt niet (meer) gegeven. Je wilt toch niet continu worden lastiggevallen?
Bel je met een woordvoerder of bedrijf dan zie je daar hetzelfde spel. Ze zijn even het gebouw uit, van de afdeling af of in een meeting. Mobiel nummer? Nee, dat geven we niet. De assistente of telefoniste noteert netjes de gegevens en belooft dat er wordt teruggebeld.
Ook als het gaat om informatie resp. de waarheid, houden beide groepen elkaar gegijzeld. Vanuit de diepgewortelde overtuiging dat woordvoerders de waarheid niet vertellen en dat journalisten de waarheid niet opschrijven of vertellen.
En wie wie ook belt of benadert, van de tactiek van het tijd winnen, houden beide groepen evenveel. Komt even niet uit. Stuur maar even toe wat je precies wilt. Dat is prettig, want het geeft in het hectische bestaan van beide even lucht.
Ook als het gaat om kennis lijken beide beroepen op elkaar. Woordvoerders zijn vaak niet materiedeskundig of hebben niet snel of gemakkelijk de specifieke informatie beschikbaar. De informatie blijft daardoor vaak algemeen en gekabbel aan de oppervlakte, waar je als journalist dan weer niet veel aan hebt.
Omgekeerd is de journalist niet geïnteresseerd in diepgaande informatie of uitleg over complexe onderwerpen of dillema’s. De tijd om het uit te zoeken, te doorgronden en te begrijpen lukt veelal niet tegen de achtergrond van de onverbiddelijke deadlines.
Gevolg van alles is, dat slechte gewoontes elkaar blijven versterken met voor beide geen optimale uitkomst. Terwijl dat eigenlijk gemakkelijk anders zou kunnen.
Het begint met de oprechte wil om samen te werken (elk vanuit hun eigen taak en discipline).
Daarna gaat het om kennis van de materie. Dat vraagt een inspanning. Woordvoerder zullen zich moeten verdiepen in de onderwerpen en in het werk van de journalist. Ze zullen er voor moeten zorgen dat de collega bij de media zo goed mogelijk van dienst zijn met de gevraagde, eerlijke en concrete informatie.
Omgekeerd zullen journalisten zich in het werkterrein, dillema’s en achtergronden van een bedrijf of product moeten verdiepen. Ze zullen de informatie van de woordvoerder moeten willen geloven.
De basis voor een goede samenwerking en het enige probate middel tegen slechte gewoontes is even simpel als effectief: ervoor zorgen dat je elkaar kunt (blijven) vertrouwen.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.